cardiomyopathie
Op zoek naar de naald in de hooiberg van hartspierziektes

Dat kan telefonisch op 02 477 60 09 of via e-mail: balieCHVZ@uzbrussel.be

Een afspraak maken?
'Samenwerken en elke casus met een open geest bekijken is daarom belangrijk voor de Cardio- myopathiekliniek'
prof. dr. Steven Droogmans
Cardioloog
'Onze kliniek is de eerste in ons land die zich een Cardiomyopathiekliniek noemt'

prof. dr. Steven Droogmans
Cardioloog

We slagen er meer en meer in om specifieke oorzaken te identificeren en dus ook de verschillende types cardiomyopathie te herkennen


Voor één hartafwijking zijn soms honderden oorzaken mogelijk. Ziedaar de complexiteit waar prof. dr. Steven Droogmans op de dienst Cardiologie dagelijks mee te maken krijgt. Als coördinator van de recent opgerichte Cardiomyopathiekliniek, onderzoekt en behandelt hij die aandoeningen van de hartspier die geen duidelijke oorzaak hebben. Een gesprek over het belang en het succes van een multidisciplinaire aanpak.

Eén van de belangrijkste voordelen van een cardiomyopathiekliniek in een universitair ziekenhuis is de aanwezigheid van een dienst Medische Genetica. “Als een patiënt de diagnose cardiomyopathie krijgt, dan gaan we ook familieleden onderzoeken als ze dat wensen. Ook zij kunnen dan in een behandelingstraject stappen als ze drager zijn van het gen. Wensen ze die behandeling niet, dan proberen we wel aan te tonen dat ze dezelfde weg op gaan en dus op termijn mogelijks hartfalen riskeren.”

Maatschappelijk belang

Tot slot geeft prof. dr. Droogmans mee dat het belangrijk is dat de huisarts of collega-cardiologen de eerste triage van de patiënten doen. Pas dan komt volgens hem de kracht van de Cardiomyopathiekliniek tot uiting. “Als we ons kunnen focussen op de zeldzame gevallen, kunnen we ziektebeelden sneller herkennen en voorkomen of afremmen. Op lange termijn heeft dat ook maatschappelijk een groot voordeel: mensen zijn minder ziek, werken langer en dragen meer bij aan de samenleving.”

Open Geest

Samenwerken en elke casus met een open geest bekijken is daarom belangrijk voor de Cardiomyopathiekliniek. “We sturen soms patiënten naar de pediatrische cardiologie, omdat ze pas laat symptomen ontwikkelen en bijvoorbeeld een enzymbehandeling moeten krijgen die enkel door erkende arts of artsen binnen een conventie metabole ziekte kan worden voorgeschreven. De volwassenen zitten dan tussen de kinderen. Die open blik is dus wel belangrijk. Een oorzaak kan zoals gezegd genetisch zijn, maar evengoed is het iets anders, zoals voeding, infecties, hormonen of auto-immuunziektes. Elk ziektebeeld kan in feite honderden oorzaken hebben. Door de laatste jaren nauwer samen te werken en elke casus multidisciplinair te benaderen, halen we goede resultaten. Ook huisartsen beginnen dat te merken.”

Naast de genetica spelen ook andere actoren in de zorgketen een belangrijk rol in het opsporen van cardiomyopathie. Zo maken ook pathologen, radiologen, nuclearisten, klinisch biologen, internisten, pediaters en microbiologen deel uit van de multidisciplinaire aanpak van de Cardiomyopathiekliniek. “Patiënten kunnen al jaren klachten hebben, zonder dat we daarvoor een verklaring hebben. Door verschillende specialiteiten bij een dossier te betrekken, vallen de puzzelstukjes soms snel in mekaar. Ik herinner me een patiënt met een hartspier die slecht samentrok. Na onderzoek bleek er een probleem met het groeihormoon. Een tumor in de hypofyse zorgde dat de patiënt ongecontroleerd groeihormoon aanmaakte. De neurochirurg heeft die tumor dan verwijderd en een jaar later was de hartspier hersteld.”

Erfelijkheid
AI als collega
Snellere toegang tot behandelingen
Hogere levensverwachting

Bij cardiomyopathie spelen er twee factoren mee. Er is een erfelijke factor en er is een omgevingsfactor. “Met dat laatste bedoel ik dat een vrouw drager kan zijn van een hartspieraandoening die pas tot symptomen leidt als ze zwanger is. Ook bij een identieke tweeling zie je verschillen. Bij de ene manifesteert de aandoening zich wel, bij de andere niet.”

Het lijkt dus soms zoeken naar een naald in een hooiberg. Daarom gelooft prof. dr. Droogmans ook dat AI op termijn zal helpen. Eerst en vooral bij de beeldvorming. “De hartspier is het enige orgaan dat beweegt. Er bestaan vandaag al AI-modellen die puur op basis van de beweging van het hart een vrij nauwkeurige oorzaak kunnen suggereren. Zo’n tool helpt ons dus om bepaalde pistes zeker te onderzoeken. Over enkele jaren zie ik AI ook in staat om op basis van bepaalde klachten, de medische voorgeschiedenis en laboanalyses van een patiënt de meest waarschijnlijke oorzaak te bepalen.”

Die behandelingen zijn er vaak ook sneller dan elders. Zo heeft de Cardiomyopathiekliniek van het UZ Brussel toegang tot behandelingen die nog niet op de markt zijn, maar wel al officieel goedkeuring kregen. “Het is daarom belangrijk om aan die netwerkvorming te doen om continu nieuwe ziektebeelden te herkennen en juister te behandelen. Verschillende hartspieraandoeningen komen ook minder dan één op 2.500 keer voor. Dan mag je toch spreken van een zeldzame aandoening.”

Die onderzoeksgegevens krijgt de Cardiomyopathiekliniek via de ERN GUARD-Heart, het Europees netwerk voor zeldzame hartziektes. “Onze kliniek is de eerste in ons land die zich een Cardiomyopathiekliniek noemt. De Europese regels om zo’n kliniek te organiseren zijn pas vorig jaar verschenen. Het is dus nog een jong initiatief, maar door deel uit te maken van een internationaal netwerk bundelen we onze expertise en kunnen we regelmatig de moeilijkste cases bespreken met collega’s uit het buitenland. Zo komen we tot betere diagnoses én behandelingen”, meent prof. dr. Droogmans.

Het thema dat vaak op tafel komt in de Cardiomyopathiekliniek is het risico op een plotse dood. “Eén van de eerste symptomen van een hartspieraandoening is nu eenmaal soms overlijden. Zeker als een familielid onverwachts sterft, gaan mensen naar hun huisarts met de vraag of ze nu ook risico lopen op hartfalen. Als de overledene zich nooit heeft laten onderzoeken, is die vraag in principe moeilijk te beantwoorden. Europese onderzoekdata helpen ons om dat risico in te schatten. Samen met de patiënt bekijken we dan hoe we dat risico verlagen, bijvoorbeeld door een defibrillator te plaatsen als we de oorzaak nog niet kennen.”

Laten we eerst een misverstand uit de wereld helpen. Eén derde van de hartproblemen is te wijten aan een hartspierafwijking. Tot twintig jaar geleden gooiden artsen die afwijkingen op één hoop onder de noemer ‘cardiomyopathie’. Sinds begin deze eeuw is er eindelijk een kentering ingezet. “We slagen er meer en meer in om specifieke oorzaken te identificeren en dus ook de verschillende types cardiomyopathie te herkennen”, zegt prof. dr. Droogmans. “Dat is belangrijk voor de behandeling nadien. Zo kunnen we hartproblemen gedeeltelijk of helemaal oplossen, en daardoor ook de levensverwachting van patiënten verhogen.”

prof. dr. Steven Droogmans
Cardioloog

Prof. dr. Steven Droogmans

  • Cardioloog

Sportgeneeskunde


Als meer mensen bewegen, moet ook sportgeneeskunde in topvorm zijn.

Vanuit de dienst Cardiologie werkt dr. Galloo sinds 2023 ook samen met het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS) in Etterbeek. Dat is een door de Vlaamse overheid erkend keuringscentrum onder leiding van sportartsen Luc Buyse en Wouter Eraly. Huisartsen kunnen de fervente sporters uit hun praktijk dus ook naar dit centrum doorverwijzen.

“Iedereen kan er zich laten testen. Topsporters, maar ook recreanten. Weet wel dat zo’n vrijwillige screening niet wordt terugbetaald door het ziekenfonds. Hoogstens geven sommige ziekenfondsen een kleine forfaitaire tegemoetkoming. Tweewekelijks hou ik in het BLITS ook één dag consultatie voor sporters bij wie er een cardiaal probleem kan zijn”, zegt dr. Galloo. Ook prof. dr. Schiltz duikt wekelijks de wereld van de topsport in. Bij basketbalclub Brussels uit de eerste divisie is hij ploegarts en begeleidt hij de spelers van de A-kern.








Samenwerking met BLITS
Inspanningstest bij de huisarts

Eén van de belangrijkste voordelen van een cardiomyopathiekliniek in een universitair ziekenhuis is de aanwezigheid van een dienst Medische Genetica. “Als een patiënt de diagnose cardiomyopathie krijgt, dan gaan we ook familieleden onderzoeken als ze dat wensen. Ook zij kunnen dan in een behandelingstraject stappen als ze drager zijn van het gen. Wensen ze die behandeling niet, dan proberen we wel aan te tonen dat ze dezelfde weg op gaan en dus op termijn mogelijks hartfalen riskeren.”

PROF. DR. MARC SCHILTZ

  • Diensthoofd Fysische Geneeskunde & Revalidatie

  • Ploegarts basketbalclub Brussels

DR. XAVIER GALLOO

  • Cardioloog

Als een sporter op de dienst Fysische Geneeskunde en Revalidatie binnenkomt, vertrekken ze er van het zogenaamde ICF-model – of voluit International Classification of Functioning, Disability and Health. Wat doet de patiënt? Welke soort beweging heeft die? En wat is de rol in de maatschappij? Vragen die een huisarts ook makkelijk kan stellen. “Op basis van de antwoorden kiezen we dan de juiste aanpak”, zegt prof. dr. Schiltz. “Twee patiënten met hetzelfde knieprobleem hebben vaak een ander doel. De ene wil gewoon naar het toilet kunnen gaan, de andere wil over twee weken die marathon lopen waar die al een jaar voor traint.”


prof. dr. Marc Schiltz

‘Een snelle spuit kan, maar hoe kunnen we voorkomen dat er nog andere problemen ontstaan?’

Binnen de week op consultatie

Dat meer mensen zich hebben toegelegd op sporten, ziet ook dr. Xavier Galloo op de afdeling Cardiologie. Hij ziet vooral twee types patiënten. “Je hebt enerzijds de fervente sporter die preventief op controle komt en je hebt anderzijds de patiënt die na bijvoorbeeld een hartfalen vraagt of zwemmen of fietsen nog mag. Het is belangrijk dat we beide gevallen anders benaderen. Bij sporters die meerdere keren per week hogere hartritmes produceren, wordt de hartspier groter en dikker. Bij mensen die op een normaal tempo bewegen, zien we die vervorming niet.”

Voor één hartafwijking zijn soms honderden oorzaken mogelijk. Ziedaar de complexiteit waar prof. dr. Steven Droogmans op de dienst Cardiologie dagelijks mee te maken krijgt. Als coördinator van de recent opgerichte Cardiomyopathiekliniek, onderzoekt en behandelt hij die aandoeningen van de hartspier die geen duidelijke oorzaak hebben. Een gesprek over het belang en het succes van een multidisciplinaire aanpak.