Nog de komende twee jaar doet het Leuven Centre of Sports Science van de KU Leuven onderzoek naar wie gebaat is bij een directe kruisbandoperatie. Ook het UZ Brussel doet mee en zoekt patiënten uit uw praktijk. Ziet u een patiënt met een kruisbandletsel? Dan garanderen we u in het kader van dit onderzoek een snelle consultatie bij onze specialisten.
Meer info kan u vinden op deze website.
Dr. Xavier Galloo
Cardioloog
Cardioloog
Cardioloog
prof. dr. Marc Schiltz
Diensthoofd Fysische Geneeskunde & Revalidatie
“Sporten was quasi de enige activiteit die mensen hadden tijdens covid”, zegt prof. dr. Schiltz. “Die beweging was op zich goed. Maar mensen begonnen plots elke dag te wandelen of stonden tien uur per week op het padelterrein. Op onze diensten zagen we dan veel patiënten met een overbelasting op de onderste ledematen door de herhaalde schokken op enkels of knieën.”
Vroeger was een marathon uitlopen een uitzondering. Vandaag wagen meer mensen zich aan meer intensieve sportregimes. Volgens prof. dr. Marc Schiltz en dr. Xavier Galloo heeft de coronapandemie die trend versterkt. Maar wat is het effect op de afdeling sportgeneeskunde?
Patiënten die een acuut sporttrauma oplopen, wil je graag zo snel mogelijk helpen. De dienst van prof. dr. Schiltz houdt daarom bewust plaats vrij om deze patiënten de week zelf nog te onderzoeken. “Patiënten kunnen via hun huisarts naar onze dienst bellen om dezelfde week nog een afspraak te krijgen.” Ook de dienst Cardiologie houdt zo goed als het kan enkele plaatsen vrij voor dringende gevallen, die via de huisarts aangemeld kunnen worden. “Het secretariaat weet dat ze sporters naar mij moeten sturen. Dan zie ik die patiënt binnen de week.”
Met de trend van intensief sporten, boomde ook het sporthorloge. Moeten huisartsen dan zo’n horloge aan hun patiënten aanraden? “Neen, maar het kan zeker geen kwaad. De meeste sporthorloges hebben hun eigen trainingsschema’s. Die zijn wel niet gepersonaliseerd, maar het is toch een begin. En het maakt de discussies makkelijker”, vindt prof. dr. Schiltz. Ook op de dienst Cardiologie zien ze patiënten die een uitdraai van hun hartslag meehebben en zich ongerust maken over een bepaalde afwijking. Het is dus een goed vertrekpunt. “Maar als je gaat lopen met een hartslagmeter moet je er wel naar kijken, natuurlijk. Het hebben is één ding, naar je lichaam luisteren is nog iets anders”, besluit dr. Galloo.
Vanuit de dienst Cardiologie werkt dr. Galloo sinds 2023 ook samen met het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS) van de VUB in Etterbeek. Dat is een door de Vlaamse overheid erkend keuringscentrum onder leiding van sportartsen Luc Buyse en Wouter Eraly. Huisartsen kunnen de fervente sporters uit hun praktijk dus ook naar dit centrum doorverwijzen.
“Iedereen kan er zich laten testen. Topsporters, maar ook recreanten. Weet wel dat zo’n vrijwillige screening niet wordt terugbetaald door het ziekenfonds. Hoogstens geven sommige ziekenfondsen een kleine forfaitaire tegemoetkoming. Tweewekelijks hou ik in het BLITS ook één dag consultatie voor sporters bij wie er een cardiaal probleem kan zijn”, zegt dr. Galloo. Ook prof. dr. Schiltz duikt wekelijks de wereld van de topsport in. Bij basketbalclub Brussels uit de eerste divisie is hij ploegarts en begeleidt hij de spelers van de A-kern.
Toch is er een verschil in het aantal preventieve patiënten op de afdeling Cardiologie en Fysische Geneeskunde. “Ik zie toch geregeld sporters die zich preventief willen laten nakijken omdat ze bijvoorbeeld een halve marathon willen lopen”, zegt dr. Galloo. “Sommige mensen maken zich zorgen en willen gewoon gerustgesteld worden. De huisarts kan zelf ook al een EKG of inspanningstest afnemen als die daar de toestellen voor heeft. Zijn er bepaalde afwijkingen te zien, doen we toch nog bijkomende onderzoeken zoals een echografie van het hart.”
“Wij zien weinig patiënten die preventief langskomen”, vult prof. dr. Schiltz aan. “Vaak komen ze bij ons al binnen met een trauma, zoals een gescheurde hamstring of kruisband. We gaan dan wel kijken hoe we die patiënt duurzaam kunnen behandelen. Een snelle spuit kan, maar hoe kunnen we voorkomen dat er nog andere problemen ontstaan? Daarom werken we ook nauw samen met de sportkinesisten. We weten welke oefeningen helpen om bepaalde blessures te voorkomen. Dan gaan we die ook adviseren.”
Als een sporter op de dienst Fysische Geneeskunde en Revalidatie binnenkomt, vertrekken ze er van het zogenaamde ICF-model – of voluit International Classification of Functioning, Disability and Health. Wat doet de patiënt? Welke soort beweging heeft die? En wat is de rol in de maatschappij? Vragen die een huisarts ook makkelijk kan stellen. “Op basis van de antwoorden kiezen we dan de juiste aanpak”, zegt prof. dr. Schiltz. “Twee patiënten met hetzelfde knieprobleem hebben vaak een ander doel. De ene wil gewoon naar het toilet kunnen gaan, de andere wil over twee weken die marathon lopen waar die al een jaar voor traint.”
Dat meer mensen zich hebben toegelegd op sporten, ziet ook dr. Xavier Galloo op de afdeling Cardiologie. Hij ziet vooral twee types patiënten. “Je hebt enerzijds de fervente sporter die preventief op controle komt en je hebt anderzijds de patiënt die na bijvoorbeeld een hartfalen vraagt of zwemmen of fietsen nog mag. Het is belangrijk dat we beide gevallen anders benaderen. Bij sporters die meerdere keren per week hogere hartritmes produceren, wordt de hartspier groter en dikker. Bij mensen die op een normaal tempo bewegen, zien we die vervorming niet.”
Prof. dr. Marc Schiltz
Diensthoofd Fysische Geneeskunde & Revalidatie
Ploegarts Brussels Basketbalclub
Als meer mensen bewegen, moet ook sportgeneeskunde in topvorm zijn.
Vanuit de dienst Cardiologie werkt dr. Galloo sinds 2023 ook samen met het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS) in Etterbeek. Dat is een door de Vlaamse overheid erkend keuringscentrum onder leiding van sportartsen Luc Buyse en Wouter Eraly. Huisartsen kunnen de fervente sporters uit hun praktijk dus ook naar dit centrum doorverwijzen.
“Iedereen kan er zich laten testen. Topsporters, maar ook recreanten. Weet wel dat zo’n vrijwillige screening niet wordt terugbetaald door het ziekenfonds. Hoogstens geven sommige ziekenfondsen een kleine forfaitaire tegemoetkoming. Tweewekelijks hou ik in het BLITS ook één dag consultatie voor sporters bij wie er een cardiaal probleem kan zijn”, zegt dr. Galloo. Ook prof. dr. Schiltz duikt wekelijks de wereld van de topsport in. Bij basketbalclub Brussels uit de eerste divisie is hij ploegarts en begeleidt hij de spelers van de A-kern.
Patiënten die een acuut sporttrauma oplopen, wil je graag zo snel mogelijk helpen. De dienst van prof. dr. Schiltz houdt daarom bewust plaats vrij om deze patiënten de week zelf nog te onderzoeken. “Patiënten kunnen via hun huisarts naar onze dienst bellen om dezelfde week nog een afspraak te krijgen.” Ook de dienst Cardiologie houdt zo goed als het kan enkele plaatsen vrij voor dringende gevallen, die via de huisarts aangemeld kunnen worden. “Het secretariaat weet dat ze sporters naar mij moeten sturen. Dan zie ik die patiënt binnen de week.”
Met de trend van intensief sporten, boomde ook het sporthorloge. Moeten huisartsen dan zo’n horloge aan hun patiënten aanraden? “Neen, maar het kan zeker geen kwaad. De meeste sporthorloges hebben hun eigen trainingsschema’s. Die zijn wel niet gepersonaliseerd, maar het is toch een begin. En het maakt de discussies makkelijker”, vindt prof. dr. Schiltz. Ook op de dienst Cardiologie zien ze patiënten die een uitdraai van hun hartslag meehebben en zich ongerust maken over een bepaalde afwijking. Het is dus een goed vertrekpunt. “Maar als je gaat lopen met een hartslagmeter moet je er wel naar kijken, natuurlijk. Het hebben is één ding, naar je lichaam luisteren is nog iets anders”, besluit dr. Galloo.
PROF. DR. MARC SCHILTZ
Diensthoofd Fysische Geneeskunde & Revalidatie
Ploegarts basketbalclub Brussels
DR. XAVIER GALLOO
Cardioloog
Als een sporter op de dienst Fysische Geneeskunde en Revalidatie binnenkomt, vertrekken ze er van het zogenaamde ICF-model – of voluit International Classification of Functioning, Disability and Health. Wat doet de patiënt? Welke soort beweging heeft die? En wat is de rol in de maatschappij? Vragen die een huisarts ook makkelijk kan stellen. “Op basis van de antwoorden kiezen we dan de juiste aanpak”, zegt prof. dr. Schiltz. “Twee patiënten met hetzelfde knieprobleem hebben vaak een ander doel. De ene wil gewoon naar het toilet kunnen gaan, de andere wil over twee weken die marathon lopen waar die al een jaar voor traint.”
prof. dr. Marc Schiltz
‘Een snelle spuit kan, maar hoe kunnen we voorkomen dat er nog andere problemen ontstaan?’
Dat meer mensen zich hebben toegelegd op sporten, ziet ook dr. Xavier Galloo op de afdeling Cardiologie. Hij ziet vooral twee types patiënten. “Je hebt enerzijds de fervente sporter die preventief op controle komt en je hebt anderzijds de patiënt die na bijvoorbeeld een hartfalen vraagt of zwemmen of fietsen nog mag. Het is belangrijk dat we beide gevallen anders benaderen. Bij sporters die meerdere keren per week hogere hartritmes produceren, wordt de hartspier groter en dikker. Bij mensen die op een normaal tempo bewegen, zien we die vervorming niet.”
“Sporten was quasi de enige activiteit die mensen hadden tijdens covid”, zegt prof. dr. Schiltz. “Die beweging was op zich goed. Maar mensen begonnen plots elke dag te wandelen of stonden tien uur per week op het padelterrein. Op onze diensten zagen we dan veel patiënten met een overbelasting op de onderste ledematen door de herhaalde schokken op enkels of knieën.”
Vroeger was een marathon uitlopen een uitzondering. Vandaag wagen meer mensen zich aan meer intensieve sportregimes. Volgens prof. dr. Marc Schiltz en dr. Xavier Galloo heeft de coronapandemie die trend versterkt. Maar wat is het effect op de afdeling sportgeneeskunde?